Geestelijke stromingen geven
Jezelf zien staan, elkaar zien staan
Studentenkorting
Beschrijving
In onze samenleving krijgen steeds meer mensen met een verschillende achtergrond met elkaar te maken. Als leerkrachten (in opleiding) zich realiseren dat iedereen er andere visies, interpretaties, gewoontes, normen en waarden op nahoudt, kunnen zij beter communiceren met hun leerlingen. Ook kunnen ze dit bewustzijn dan goed overbrengen aan hun leerlingen. Het vak Geestelijke stromingen is daar bij uitstek geschikt voor.
Jos van Remundt en Marleen Boon geven in Geestelijke stromingen geven inzicht in de verschillende religies en levensbeschouwingen, en sluiten daarbij naadloos aan bij de kennisbasis Geestelijke stromingen. Dit doen ze aan de hand van 6 levensvragen waar ieder mens mee te maken krijgt, zoals: ‘Wie is de mens?’en ‘Wat is goed en kwaad?’
Iedere vraag wordt belicht volgens dezelfde structuur: Waarom? Daarom! Doen! De praktijk volgt zo naadloos uit de theorie. Met ongeveer 40 lesvoorbeelden per bouw en ruim 60 beschreven werkvormen, kunnen leerkrachten eens per week een les Geestelijke stromingen geven. De lessen kunnen al gegeven worden vanaf een kwartier en zijn, in geval van uitgebreidere lessen, eenvoudig op te splitsen. Heel vaak kun je lessen integreren met taal- en woordenschatlessen.
De bijzondere praatplaten van Charlotte Bruijn helpen om gesprekken met leerlingen op gang te brengen. Deze praatplaten zijn digitaal te vinden via Lerarencampus.
Om het materiaal te kunnen bekijken en gebruiken dient u een (gratis) account op Lerarencampus.nl te hebben of aan te maken.
Hier kunnen studenten van de pabo en leraren opleidingen oefentoetsen invullen wat in lessen besproken is aan hand van de uitgave ‘Geestelijke stromingen geven’.
Jos van Remundt is docent levensbeschouwing aan de Saxion Hogeschool in Deventer en actief met levensbeschouwelijke communicatie en identiteitsontwikkeling.
Marleen Boon-Jansen is leerkracht en begeleider bij het implementeren van geestelijke stromingen en levensbeschouwelijke communicatie.
Implementatiecursus
Echelon verzorgt implementatiecursus ‘Geestelijke stromingen geven’. De implementatie en borging van het vak Geestelijke stromingen in het basisonderwijs is van groot belang. Implementatie houdt in dat de leerkrachten inhoudelijk sterk worden dit vak te onderwijzen en het te borgen binnen het gehele curriculum. Echelon heeft hiervoor een cursus ontwikkeld die onmisbaar is voor elke leerkracht die met de methodiek vertrouwd wil raken. Meer informatie
Ervaringen van aankomende leerkrachten over ‘Geestelijke stromingen’
“De informatie uit Geestelijke stromingen geven hebben mij mede anders naar de levensbeschouwingen doen kijken. Deze de introductie om ‘geestelijke stromingen te geven aan hand van deze uitgave ben ik zekerder geworden in het ontwerpen van de lessen en zal zeker aandurven om dit vak zelf te gaan geven.”
Andrea Nengerman
“Ik leer aan hand van deze uitgave veel bij over verschillende culturen en geloven. Lastige onderwerpen worden bespreekbaar en je kunt ook eigen lessen ontwerpen.”
Hildemar van der Schaaf
“Ik kan door deze uitgave heel goed werken aan de opzet van het ‘waarom, daarom doen’ schema.
Zo wordt het voor mij gemakkelijke om een les op te bouwen en kan zo ook veel onderwerpen bij de lessen betrekken.”
Oktay van Eldik
“Het is belangrijk om dit vak te geven op de basisscholen, omdat we in een multiculturele samenleving leven en helpt zo de leerlingen met name door de aangeboden kennis veel onwetendheid de wereld uit.”
Naouel el Massoudi
“Het leuke van deze opzet is dat je uitgedaagd wordt om zelf ook na te denken over het leven (waarom). Door de levensvragen aan de orde te stellen is zelfreflectie op een goede en prettige manier mogelijk. En door de informatie en de tips bij de daarom- en doengedeelte is het voor mij mogelijk om geestelijke stromingen te integreren in mijn stage.”
Emma Scholten
Inhoud
Geestelijke stromingen geven
Proloog
1 Wie is de mens?
1.1 Het nut van het behandelen van deze levensvraag
1.1.1 Waarom kunnen wij vragen stellen?
1.1.2 Waar komen levensvragen vandaan?
1.1.3 Wat maakt een mens een mens?
1.1.4 Wat heb je nodig om je identiteit te kunnen ontwikkelen?
1.1.5 Waarom zijn levensvragen noodzakelijk?
1.1.6 Waarom zijn verhalen belangrijk?
1.1.7 Welke invloed hebben verhalen op mensen?
1.2 De uitleg en achtergrond van deze levensvraag
1.2.1 Verhalen
1.2.2 Legende
1.2.3 Mythe
1.2.4 Waarom van alle verhalen nu juist mythen?
1.2.5 Metafoor
1.3 Hoe kun je deze levensvraag verwerken in je lessen?
1.3.1 Kennismaking
1.3.2 Scheppingsmythen
1.3.3 Metafoor
1.3.4 Vergelijking
1.3.5 Spreekwoorden
1.3.6 Gedichten
1.3.7 Werken met metaforen
2 Wat is goed en kwaad?
2.1 Het nut van het behandelen van deze levensvraag
2.1.1 Waarom wordt de vraag over ‘goed en kwaad’ gesteld?
2.1.2 Wanneer doen wij ‘goed’ of ‘kwaad’?
2.1.3 Wie bepaalt wat ‘goed’ of ‘kwaad’ is?
2.1.4 Waarom bevat een verhaal of mythe altijd ‘kwaad’?
2.1.5 Heeft God of een hogere macht iets te maken met ‘goed en kwaad’?
2.2 De uitleg en achtergrond van deze levensvraag
2.2.1 Adam en Eva
2.2.2 Abraham
2.2.3 Jezus
2.2.4 Mohammed
2.2.5 Siddharta of Boeddha
2.2.6 Filosofie
2.2.7 Ethiek
2.2.8 De morele ontwikkeling
2.3 Hoe kun je deze levensvraag verwerken in je lessen?
2.3.1 Kennismaking
2.3.2 Praatplaat
2.3.3 Metaforen
2.3.4 Werken met metaforen
2.3.5 Scheppingsmythe en ‘goed en kwaad’
2.3.6 Verhalen van Abraham
2.3.7 Jezus
2.3.8 Het levensverhaal van Mohammed
2.3.9 Siddharta
2.3.10 Socrates
3 Hoe leven mensen samen?
3.1 Het nut van het behandelen van deze levensvraag
3.1.1 Waarom is samenleven noodzakelijk?
3.1.2 Zijn de regels bij elke geestelijke stroming gelijk?
3.1.3 Hoe worden de regels aangeleerd en zijn ze aan verandering onderhevig?
3.1.4 Kent iedere geestelijke stroming zijn eigen verhalen?
3.1.5 Welke bijdrage kunnen al die verhalen leveren aan een goede samenleving?
3.2 De uitleg over de achtergrond van deze levensvraag
3.2.1 Hindoeïsme
3.2.2 Boeddhisme
3.2.3 Jodendom
3.2.4 Christendom
3.2.5 Islam
3.2.6 Humanisme
3.3 Hoe kun je deze levensvraag verwerken in je lessen?
3.3.1 Kennismaking
3.3.2 Praatplaat
3.3.3 Samen leven in een samenleving
3.3.4 Verhalen uit de Thora, de Bijbel en de Koran
3.3.5 De Tien Geboden
3.3.6 De Gouden Regel
3.3.7 De Bergrede en zijn volgers
3.3.8 Geboorteverhalen
4 Wat is de betekenis van lijden en dood?
4.1 Het nut van het behandelen van deze levensvraag
4.1.1 Wat is lijden?
4.1.2 Waarom kan de mens niet om deze levensvraag heen?
4.1.3 Waaraan verlenen mensen ‘houvast’?
4.1.4 Hoe ervaren kinderen deze levensvraag?
4.1.5 Waarom is het behandelen van deze levensvraag in de klas belangrijk?
4.1.6 Is het nodig te praten over God bij het behandelen van deze levensvraag?
4.1.7 Waarom is de juiste informatie zo belangrijk?
4.2 De uitleg over de achtergrond van deze levensvraag
4.2.1 Lijden door schuld en schaamte
4.2.2 Lijden door angst
4.2.3 Beleving van de dood
4.2.4 Dood
4.2.5 Engelen
4.3 Hoe kun je deze levensvraag verwerken in je lessen?
4.3.1 Kennismaking
4.3.2 Praatplaat
4.3.3 Lijden in verschillende levensbeschouwingen
4.3.4 Lijden en dood door rampen
4.3.5 Lijden door angst
4.3.6 Wat betekent de dood bij het hindoeïsme?
4.3.7 Socratisch gesprek
4.3.8 Troost en verwerking
5 Wat is tijd?
5.1 Het nut van het behandelen van deze levensvraag
5.1.1 Kent tijd een universele beleving?
5.1.2 Is er samenspel tussen de mens en de tijd?
5.1.3 Hoe wordt tijd beleefd binnen levensbeschouwingen?
5.1.4 Zijn rituelen onderhevig aan de tijd?
5.1.5 Kun je de beleving van rituelen aanleren?
5.1.6 Wat is de diepere betekenis van het uitvoeren van rituelen?
5.2 De uitleg en achtergrond van deze levensvraag
5.2.1 Tijd en cultuur
5.2.2 Tijd en geschiedenis
5.2.3 Tijd en continuïteit
5.2.4 Tweedeling in tijdbeleving
5.2.5 Cyclische en overgangsrituelen
5.3 Hoe kun je deze levensvraag verwerken in je lessen?
5.3.1 Kennismaking
5.3.2 Praatplaat
5.3.3 Cyclische en lineaire tijd
5.3.4 Spreekwoorden en gezegdes
5.3.5 Van wieg tot graf
5.3.6 Verhalen en tijd
5.3.7 Visualiseren van het begrip ‘tijd’
5.3.8 Gebeden
5.3.9 Gebedssnoeren
6 Wat is ruimte?
6.1 Het nut van het behandelen van deze levensvraag
6.1.1 Vanaf wanneer ontwikkelt een mens ruimtebeleving?
6.1.2 Is ruimte alleen fysiek of ook mentaal?
6.1.3 Is ruimtebeleving universeel?
6.1.4 Spelen omgevingsfactoren een rol in ruimtebeleving?
6.1.5 Kunnen mensen elkaars ruimtebeleving beïnvloeden?
6.2 De uitleg over de achtergrond van deze levensvraag
6.2.1 Gebedsruimtes en hun vormen
6.2.2 Beleving van ruimten binnen de geestelijke stromingen
6.2.3 Beleving van de ziel binnen de geestelijke stromingen
6.2.4 Huis en haard
6.3 Hoe kun je deze levensvraag verwerken in je lessen?
6.3.1 Kennismaking
6.3.2 Praatplaat
6.3.3 Ruimtebeleving
6.3.4 Toren van Babel
6.3.5 Belangrijke gebouwen
6.3.6 Metaforen
6.3.7 Filosofen
7 Hoe geef ik mijn les vorm?
7.1 Het nut van gebruik maken van het Viertaktmodel
7.1.1 Keuzes maken
7.1.2 Verwerven van de woordenschat
7.1.3 Didactisch model
7.2 Hoe gebruik je het Viertaktmodel van Van den Nulft en Verhallen?
7.2.1 Het Viertaktmodel
7.2.2 Invulling geven
7.3 Werkvormen in een werkvormenladder bij de vier stappen van het model
7.3.1 Overzicht met werkvormen
7.3.2 Uitleg werkvormen
8 Hoe is de praktijk?
8.1 Het belang van bewustwording
8.1.1 Communicatie en waarden
8.1.2 Communicatie en opvoeding
8.1.3 School en opvoeding
8.2 De verschillen
8.2.1 Hoofdstromingen binnen het christendom
8.2.2 Hoofdstromingen binnen de islam
8.2.3 Fundamentalistische stromingen
8.2.4 Vrijzinnige stromingen binnen de geestelijke stromingen
8.3 Omgaan met alle verschillen
8.3.1 Keuzemogelijkheden
8.3.2 Stromingen zichtbaar in en rond de school
8.3.3 Beschrijving van zichtbare geloofsuitingen
8.3.4 Communicatie en samenwerking tussen culturen
8.3.5 Scholen die identiteitsgebonden zijn
8.3.6 Openbaar onderwijs
8.3.7 Rituelen beleven binnen de school
Bijlage
Overzicht van de verschillende stromingen
Literatuurlijst