Interactieve centrale lezingen
Meer over het programma en de praktische informatie vind je op de congrespagina.

Els Pronk: Talentgedreven onderwijs
Hoe ontdek je talenten van jezelf en je leerlingen en hoe maak je er gebruik van?
Els Pronk geeft je in haar interactieve openingslezing handvatten die je elke dag in je werk kunt gebruiken. Hoe krijg je inzicht in wat jouw talenten zijn? Hoe bouw je aan je veerkracht en ontwikkel je zelfvertrouwen en creëer je daarmee een krachtige leeromgeving voor je leerlingen.
Als jij sterk wordt van binnenuit, kun jij de beste versie van jezelf laten zien. Als jij ten volle je talent gebruikt, werkt dit inspirerend naar kinderen toe. Hoe kun je naar het gedrag van kinderen kijken, hun talenten ontdekken, en daarmee bouwen aan hun veerkracht en zelfvertrouwen?
Els Pronk ontwikkelde de Blij met mij! training voor ouders en kinderen. Thema’s als talent, positieve taal, zelfvertrouwen en veerkracht hebben steeds in haar werk centraal gestaan. Toen meer en meer professionals gingen vragen om door haar in deze thema’s opgeleid te worden, startte ze, samen met Elke Busschots, de Blij met mij! Academie. Samen schreven ze het boek Talentgedreven onderwijs geven en een werkboek met dezelfde titel. Met Luk Dewulf maakte ze de Kindertalentenfluisteraar.
Interactieve lezingen parallelsessies

Joep Dohmen: Bildung als de nieuwe cultuur voor jongeren
Kinderen groeien op in een heel andere wereld dan waar we zelf in opgegroeid zijn. De maatschappij is steeds meer individualistisch en prestatie gericht geworden. Waardoor zowel falen als succes ‘je eigen schuld’ of verdienste is. De permanente aanwezigheid van social media met de succesverhalen maakt dit nog sterker. Ook scholen moeten steeds meer sturen op resultaten en liefst zelf excellente scholen zijn.
De druk die dit legt op kinderen en jongeren laat zich zien in de schokkende cijfers over gevoelens van eenzaamheid onder hen. Begaafde leerlingen vormen hierop geen uitzondering, integendeel; zij voelden zich altijd al een beetje buiten de groep vallen.
Joep pleit daarom in zijn lezing voor een bredere visie op onderwijs, meer dan kennis en vaardigheden leren. Het onderwijs kan kinderen en jongeren helpen zich toe te rusten op een leven in deze maatschappij.
“Gelukkig is de school die de jongeren kan laten zien waarom ze op school zitten. Gelukkig is de samenleving met gemotiveerde jongeren.”
Prof. dr Joep Dohmen (1949) is lector Bildung aan de Hogeschool voor Toegepaste Filosofie (HTF). Sinds 2015 is hij emeritus-hoogleraar Wijsgerige en praktijkgerichte Ethiek aan de Universiteit voor Humanistiek te Utrecht.
_h350.png)
Eleonoor van Gerven: Dubbel bijzondere leerlingen
Begaafde leerlingen die te maken hebben met een leer- of ontwikkelingsstoornis worden ook wel ‘Dubbel bijzonder’ of ‘Twice Exceptional’ genoemd. Voor deze leerlingen is de botsing tussen hun basale vermogen en hun basale onvermogen van grote invloed op hun functioneren. Wat is bekend uit onderzoek en wat impliceert dit voor de praktijk?
Eleonoor van Gerven is programmamanager van het landelijke Kenniscentrum Hoogbegaafdheid. Zij schreef meerdere publicaties over hoogbegaafde kinderen en jongeren. Ze promoveerde op het opleiden van leraren tot specialist begaafdheidsonderwijs. Ze ontwikkelde onder andere de geaccrediteerde post-hbo-registeropleiding Specialist Begaafdheid PO/VO en de post-hbo-registeropleiding Specialist Dubbel Bijzondere Leerlingen. In 2014 won Eleonoor de Nederlandse Mensa Award voor haar carrière-lange bijdrage aan het onderwijs aan begaafde leerlingen en ze is erelid van de LBBO (landelijke beroepsvereniging van begeleiders in het onderwijs). Ze is secretaris van de World Council for Gifted and Talented Children, voorzitter van de wetenschappelijke commissie van de World Council for Gifted and Talented Children en voorzitter van The Educational Insights Group.

Lisette Hornstra: Motivatie van (hoog)begaafde leerlingen in reguliere- en plusklassen
Je hoort regelmatig dat (hoog)begaafde leerlingen vaak niet optimaal gemotiveerd zijn voor school. Is dat eigenlijk wel zo? En hoe kan je als leerkracht de motivatie van deze leerlingen stimuleren? En wat doet het bezoeken van een plusklas eigenlijk met de motivatie van (hoog)begaafde leerlingen in hun reguliere klas? In deze presentatie zal Lisette Hornstra op basis van de onderzoeksliteratuur en eigen onderzoeksresultaten ingaan op bovenstaande vragen. Zij zal bespreken wat motivatie is, of en hoe de motivatie van (hoog)begaafde leerlingen verschilt van de motivatie van hun klasgenoten en hoe de motivatie van deze leerlingen ondersteund kan worden in de reguliere klas en in de plusklas.
Lisette Hornstra werkt als universitair hoofddocent bij de afdeling educatie van de UU. In haar onderzoeken richt zij zich voornamelijk op de vraag hoe leerkrachten in hun onderwijs kunnen bijdragen aan motivatie, welbevinden en schoolprestaties van leerlingen met verschillende achtergronden en prestatieniveaus. Zij heeft diverse wetenschappelijke artikelen geschreven over de motivatie van (hoog)begaafde leerlingen. Daarnaast verzorgt zij onderwijs in de bachelor en masteropleiding onderwijswetenschappen bij de UU.

(foto: Sophie Theunissen)
Lezing Sven Mathijssen: Wetenschappelijke wals: Hoe stap je in jouw klas van wetenschap naar praktijk?
De dagelijkse gang van zaken in je klas is dynamisch en geen twee kinderen zijn hetzelfde. Door de jaren heen heb je flink wat kennis en ervaring opgedaan met hoogbegaafdheid en talentontwikkeling, waarmee je goed beslagen ten ijs komt. En toch doet zich zo nu en dan een situatie voor waar je niet zo één-twee-drie de juiste oplossing voor hebt. Via-via of direct hoor je tot je aangename verrassing dat er onderzoek naar is gedaan, maar de teleurstelling slaat toe als je erachter komt dat wat uit het onderzoek blijkt in de verste verte niet lijkt op wat er in je klas gebeurt. Hoopvol zoek je verder, maar dat kost tijd. En de tijd dringt. Je moet nú wat met die leerling en diens ouders. Wat doe je dan? Wat kun je dan toch doen als onderzoek de praktijk niet helemaal lijkt te raken, zonder roekeloos tegen alle wetenschappelijke inzichten in te gaan?
Sven Mathijssen is plaatsvervangend hoofdopleider bij de Radboud International Training on High Ability (RITHA) en docent bij de European Council for High Ability (ECHA)-opleiding. Hij is daarnaast de hoofdredacteur van tijdschrift ‘Talent’, een populairwetenschappelijk tijdschrift over hoogbegaafdheid gericht op professionals in het primair onderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs.
Sven heeft Psychologie (richting: Kinder & Jeugd) gestudeerd aan Tilburg University, waarbij hij stage liep bij het Centrum voor Begaafdheidsonderzoek (CBO Talent Development). Na zijn stage heeft hij aldaar als ontwikkelingspsycholoog gewerkt. Sven is aan Tilburg University gepromoveerd op onderzoek naar menstekeningen van kinderen met kenmerken van hoogbegaafdheid in de leeftijd van 4 tot en met 6 jaar.

Floor Raeijmaekers: Vroege signalering van een ontwikkelingsvoorsprong
Brilletje, verstrooide professor, wijsneus… gelukkig weten we inmiddels dat een ontwikkelingsvoorsprong meer is dan dit stereotiepe beeld. Maar wat is het dan precies? En hoe herken je kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong in je groep? Tijdens deze interactieve lezing ontdek je wat de kenmerken van een ontwikkelingsvoorsprong zijn en wat hooggevoeligheid hiermee te maken heeft. Je leert wat de vooroordelen zijn ten aanzien van hoogbegaafdheid/ontwikkelingsvoorsprong en we bespreken het belang van vroegsignalering.
Drs. Floor ‘Miss Mindset’ Raeijmaekers is gespecialiseerd in hoogbegaafdheid (ECHA Specialist in Gifted Education), mindset, positieve psychologie en positieve educatie. Vanuit haar onderwijsachtergrond is haar affiniteit met het onderwijs en de ontwikkeling van kinderen groot. Samen met haar dochter Loes van der List schreef ze het boek Hartstikke Hoogbegaafd!. Daarnaast schrijft Floor in verschillende tijdschriften – zoals tijdschrift Talent – over (hoog)begaafdheid, mindset en positieve psychologie. Floor is medeoprichter van Platform Mindset en werkt binnen Het TalentenLab als trainer, spreker, coach en ontwikkelaar.

Sonja Borgsteede: ‘Ik dacht dat jij zo slim was!’ Hoogbegaafdheid en executieve functies
Dat hoogbegaafdheid meer behelst dan enkel een hoge intelligentie, dat weten we inmiddels al lang. Evenals dat hoogbegaafdheid enerzijds een potentieel biedt voor ongekende prestaties en ontwikkeling, maar tegelijkertijd vaak de omgeving voor vele uitdagingen plaatst om dit potentieel tot bloei te kunnen laten komen. Begeleiding van hoogbegaafde kinderen (jongeren) steekt vaak in op cognitief gebied, zoals aanpassingen op leerstofgebied. In deze begeleiding wordt er nog regelmatig vanuit gegaan dat de hoogbegaafde niet alleen heel intelligent is, maar dat tevens diens overige vaardigheden sterk ontwikkeld zijn. Met name de executieve functies (het kunnen sturen en controleren van het eigen gedrag) worden hierin regelmatig overschat. Met als gevolg dat zowel het kind, als de begeleidende omgeving gefrustreerd raken. Want hoe simpel het ook lijkt om een tas in te pakken (met de juiste spullen), op te ruimen, aan te kleden, of een taak zelfstandig uit te voeren. Als de benodigde executieve functies nog onvoldoende zijn, kan dit een enorme worsteling zijn. Ook voor intelligente kinderen! In deze interactieve presentatie wordt besproken welke executieve functies extra aandacht verdienen in de begeleiding van hoogbegaafde kinderen. Daarnaast zal vooral bekeken worden hoe je dit praktisch vormgeeft, zodat het kind én jij als begeleider met plezier en motivatie dat geweldige potentieel kunnen benutten.
Sonja Borgsteede is ontwikkelingspsycholoog en gespecialiseerd in hoogbegaafdheid (ECHA Specialist in Gifted Education). Ze doet veel diagnostiek en begeleidt ouders, kinderen en scholen in haar eigen praktijk in Amsterdam: Buro Bloei. Ze heeft gewerkt als docent aan de Universiteit van Amsterdam, waar ze nog regelmatig gastcolleges verzorgt voor studenten psychologie, Pabo en (ortho)pedagogiek.

Sylvia Drent: Waarom is specifiek beleid over begaafdheid nodig?
Voordat je op deze vraag een goed antwoord kunt geven moet je als team eerst voldoende kennis hebben over begaafdheid en de specifieke onderwijsbehoeften van begaafde leerlingen. Pas dan wordt duidelijk waarom hier specifiek beleid voor nodig is. Volgende stap is dat je als school gaat nadenken hoe je om wilt gaan met de specifieke aspecten van het beleid begaafdheid en welke consequenties dit heeft voor de onderwijspraktijk van jullie school. Tijdens deze lezing gaan we in op werkvormen die een bijdrage kunnen leveren aan visieontwikkeling bij het team en tips en richtlijnen om aan de slag te gaan met het opstellen van beleid ten aanzien van begaafdheid.
Sylvia Drent is ontwikkelingspsycholoog en heeft sinds 1998 haar eigen adviesbureau op het gebied van begaafdheid, ze richt zich daarbij op het primair onderwijs. Haar werkzaamheden bestaan uit het adviseren van leerkrachten in de dagelijkse onderwijspraktijk, het testen van kinderen en het geven van cursussen en lezingen op het gebied van begaafdheid. Zij heeft diverse boeken geschreven over dit onderwerp en is auteur van het Digitaal handelingsprotocol begaafdheid (DHH).
_h350.jpg)
Jan Ruigrok: Hoop, Humor en Herstel, de school als veilige basis
Een school als veilige basis is er op gericht dat iedereen die er leert en werkt het beste uit zichzelf haalt. Steun en uitdaging staan daarbij hoog in het vaandel. Wanneer mensen voldoende steun ervaren groeit het verlangen grenzen te verleggen, risico’s te aanvaarden en boven jezelf uit te groeien. Zo’n school heeft veel te bieden op zowel sociaal als cognitief niveau. Je leert de mooiste kanten van jezelf en anderen kennen en doet de geweldige leerervaringen op. Daarbij nodigt de school iedereen uit een bijdrage te leveren aan het instant houden en ontwikkelen van dat wat goed is. Een opgave? In tegendeel. Door een bijdragen te leveren op de manier die bij je past, ervaar je dat je gezien en gewaardeerd wordt. Het draagt bij aan een van de grootste behoeften van mensen: ik doe er toe, ik heb bestaansrecht. Hoe je werkt aan zo’n veilige basis en wat deze kan betekenen voor begaafde leerlingen van alle niveaus? Dat is de centrale vraag van deze interactieve lezing.
Jan Ruigrok is auteur van het boek Hoop, humor en herstel, de school als veilige basis. Hij heeft zijn eigen trainingsbureau (Rigardus) en heeft een uitgebreide ervaring in mensenwerk met een accent op jongeren en professionals die hen begeleiden. Al meer dan 30 jaar ondersteunt hij scholen en onderwijsprofessionials vanuit een herstelgerichte visie bij het werken aan een veilige basis voor kinderen en jongeren.

Gracia Ori: Hoogbegaafdeheid is ook onderdeel van diversiteit en inclusie
Onderwijsprofessionals willen ervoor zorgen dat iedere leerling zich gewaardeerd en betrokken voelt en optimale kansen voor ontwikkeling krijgt. Dit is een goede basis voor een succesvolle schoolloopbaan en persoonlijke ontwikkeling. Een erg belangrijk thema dus, maar in de praktijk blijkt het afstemmen op diversiteit best lastig te zijn.
Diversiteit en inclusie zijn er op gericht om elkaar beter te begrijpen en elkaars kracht te zien, proeven en voelen. Bij hoogbegaafdheid denken veel mensen niet aan niet-westerse Nederlanders en daardoor worden veel kinderen niet begrepen en vallen zelfs uit.
Gracia Ori gaat in haar lezing in op hoe jij als professional kunt werken aan een inclusieve school waar aandacht en ruimte is voor alle leerlingen.
Gracia Ori is werkzaam als pedagogiekdocent aan de Hogeschool Inholland. Tot 2011 was zij werkzaam in het basisonderwijs als docent en orthopedagoog. Ze is mede-auteur van het boek Meer dan Onderwijs.